Fout in kunstwerk: Goor nog niet definitief staats
1606
Spinola trekt met enorm leger door Twente
Legerleider verovert Twente in 1606 met 13.500 soldaten.
De stichting Historisch Goor wilde het misschien zelf heel graag. Of zij heeft zich gewoon vergist. Feit is dat de mededeling '1597 Goor definitief in Staatse handen' op het kunstwerk op de hoek van de Grotestraat en de Laarstraat bij de ABN-Amrobank absoluut fout is. Negen jaar nadat prins Maurits Twente veroverde stond al weer een enorme Spaanse troepenmacht voor de poorten van Goor.
Rechts: Spinola maakt van Goor (Ghoer) een garnizoensstad in 1606. De Spanjaarden maken wat later dat jaar ook van Groenlo een vesting. Deel van een kaart van Van Dotecom.
|
|
|
Spinola toverde het stadje om in een echte vesting, een uitvalsbasis met een garnizoen. De stad Goor speelde zelfs een cruciale rol in de vaderlandse geschiedenis, waardoor Twente en de Achterhoek nog jarenlang onder invloed bleven van de koning in Spanje. De bevolking van deze regio bleef mede daardoor tot op de dag van vandaag overwegend katholiek.
De briljante legerleider prins Maurits, zoon van Willem van Oranje, stond lelijk in zijn hemd toen Spinola in 1605 met zijn Spaanse leger in twee weken tijd van de Vlaamse kust via Duisburg naar Oldenzaal marcheerde.
Links: Op de hoek van de Grotestraat, Laarstraat, Waterstraat en Kerkstraat bij de ABNamro-bank staat dit kunstwerk. De mededeling 1597 Goor definitief in Staatse handen klopt niet. Negen jaar later maakt Spinola van Goor zijn bezit.
|
Nog voordat Maurits in de gaten had wat er precies was gebeurd, was hem een belangrijke vesting, de graafschap Lingen, persoonlijk bezit van de Oranjes, afhandig gemaakt.
Spinola stak niet onder stoelen en banken wat hij wilde: het rijke Friesland. De Spaanse koning had beloofd dat hij stadhouder van Friesland mocht worden, maar wel op eigen kosten, want Spanje was weer eens bijna bankroet. Spinola trok in de zomer van 1606 met het modernste wapentuig en een leger van 11.000 voetknechten, 2500 ruiters en meer dan 2000 speciale wagens door het drassige Nederland naar Goor.
Toen hij echter aan de oevers van de Regge stond liep de opmars vast. Spinola kreeg te maken met een nieuwe vijand: het weer. Het regende wekenlang. De Regge werd een brede rivier, wegen veranderden in modderpoelen en plassen werden meren. Nadat Spinola met zijn leger enkele dagen in Goor had doorgebracht, nam hij een beslissing.
Rechts: Antoon van Dyck, leerling van Peter Paul Rubens, schildert Ambrosio Spinola. |
|
|
Links: Prins Maurits wacht met zijn legers in Zutphen en Deventer op een aanval van Spinola. Bij Deventer wordt richting Dorth een nieuw verdedigingswerk aangelegd. Maurits kampt met geldgebrek en kan geen groot leger uitrusten. Maar Spinola dreigt veel geld te verliezen als hem niet lukt het rijke Friesland te veroveren.
|
|
Hij maakte een schijnbeweging via Holten naar Bathmen om net te doen alsof hij Deventer zou aanvallen. Maurits die op dat moment in Deventer was, trok zijn soldaten deels terug uit de andere vestingssteden Lochem en Zutphen. Toen Spinola daarvan via een spion hoorde, trok hij razendsnel op naar Lochem en veroverde de stad in een mum van tijd. Maurits stond opnieuw voor schut.
Spinola had de moed nog niet opgegeven om Friesland te veroveren. Eenmaal moest het beter weer worden en hij splitste zijn enorme leger in tweeën om Maurits en zijn neef Willem Lodewijk van Nassau (Us Heit) handen vol werk te bezorgen. Hij veroverde met het ene deel van zijn leger de vestingstad Groenlo en met het andere deel trok hij op naar Zwolle via Almelo, waar versterking was gearriveerd van de garnizoenssteden Oldenzaal en Lingen.
Links: Om prins Maurits op het verkeerde been te zetten marcheert het leger van Spinola uit Goor naar Markelo, Holten, Arkenstein en Bathman. Maurits versterkt onmiddellijk Deventer, zoals op de tekening is te zien. Maurits trekt zelfs troepen terug uit Lochem en Zutphen naar Deventer. Maar dan buigt het leger van Spinola plots af en overmeestert Lochem. |
Met de boot ging de tocht over de Vecht richting Friesland. Maar de Drost van Salland, Gerard van Warmelo, belette de soldaten van Spinola de oversteek over het Zwarte Water, waarna Spinola zich - een illusie armer - terugtrok. Daarmee eindigde voorlopig de strijd in de Lage Landen, want beide partijen snakten naar een adempauze.
Rechts: Een deel van het leger gaat na de verovering van Lochem richting Friesland.In Almelo komt versterking uit Lingen en Oldenzaal. De opmars stokt aan het Zwarte Water waar Gerard van Warmelo het leger van Spinola opwacht. Warmelo, de staatse drost van Salland, belet Spinola de oversteek over het Zwarte Water naar Mastenbroek. |
|
Boven: De broer van Ambrosio, Frederik, sneuvelt als admiraal in mei 1603 bij Sluis waar hij probeert een Zeeuwse blokkade van de Vlaamse stad Sluit te doorbreken. Aert Anthonisz. genaamd van Antum schildert dit werk. |
Zowel de Staten-Generaal als Spanje zaten financieel aan de grond. Legerleider Spinola trok met zijn gevolg naar 's-Gravenhage om met Maurits en raadspensionaris Oldenbarnevelt te praten over vrede. De gesprekken mislukten keer op keer, totdat Jacob van Heemskerck, beroemd van de overwintering op Nova Zembla, in 1607 een Spaans vloot bij Gibraltar de grond in boorde.
De Spanjaarden die met lede ogen moesten aanzien dat de Hollanders en Zeeuwen bakken geld gingen verdienen met de handel op Indië - de VOC was in 1602 opgericht - voelden zich gedwongen om nu serieus met de vertegenwoordigers van de Staten-Generaal te praten, te meer omdat de Hollanders ook handel wilden gaan drijven met Amerika. Uiteindelijk kwamen beide partijen geen vrede overeen, maar een wapenstilstand waarin stond dat de Hollanders geen Westindische Compagnie (WIC) mochten oprichten. Precies 400 jaar geleden, in 1609, ondertekenden beide partijen de wapenstilstad. |
|
Twente is enige streek in jonge republiek met godsdienstvrijheid
Een belangrijke eis van Spinola, leider van de Spaanse partij bij de vredesonderhandelingen met de Staten-Generaal, was dat Twente, Lingen en de Achterhoek Spaans zouden blijven, net als het zuidelijk deel van de Lage Landen, het huidige België. Volgens Tomas Roggeman, die onlangs afstudeerde aan de universiteit van Gent, werd de wapenstilstand al binnen een jaar bijna geschonden.
De Staten van Overijssel eisten namelijk Twente op en dreigden troepen te sturen. In mei 1609 verstevigde Brussel haar greep op Twente. De Spanjaarden voerden de katholieke religie opnieuw in, inden belastingen en ontsloegen de rechters van de Staten van Overijssel om er katholieken voor in de plaats aan te stellen. Guilielmo de Verdugo, gouverneur van Oldenzaal, nam zelfs Staatse rechters, drosten, rentmeesters en predikanten gevangen.
Begin juli vochten Duitse, Schotse en Italiaanse huursoldaten van het Oldenzaalse garnizoen met elkaar. Verdugo besloot daarom de Schotten en Italianen naar Ootmarsum en Enschede te sturen. Maar dat was tegen het zere been van de republiek want die claimde beide steden. Verdugo schond daarna het bestand en perste de Twentse bevolking af.
De Staten van Overijssel stonden op de achterste benen en wilden gewapend optreden tegen Verdugo (wat Spaans is voor beul). Begin 1610 stuurde Overijssel troepen uit Deventer naar Enschede en Ootmarsum. De Spaanse legerleiding riep Verdugo tot de orde en wilde nu wel tegemoetkomen aan de eisen in ruil voor godsdienstvrijheid in Twente. De Staten-Generaal namen dat voorstel schoorvoetend op 24 juni 1610 aan. In 1611 is het Spaanse garnizoen uit Goor teruggetrokken. Alleen Oldenzaal, Lingen en Groenlo hielden hun garnizoenen. De soldaten vierden feest: in 1612 ontstond Grolsch bier. |
Spinola één
van de beste
legerleiders
Historici noemen Ambrosius Spinola een van de beste legerleiders in Spaanse dienst. Zijn naam is afgeleid van het Italiaanse woord Spinula dat doorn betekent.
Eén van zijn voorvaderen zou op een kruistocht in het heilige land een doorn uit de 'kroon' van Jezus Christus hebben bemachtigd en zich daarna naar het relikwie hebben genoemd. Spinola komt uit een familie van rijke bankiers die de Spaanse koning kapitaal leende. Samen met zijn broer zette Ambrosius zich in bij de meer dan twee jaar durende verovering van Oostende waarbij tussen de 70.000 en 150.000 doden vielen.
Hij veroverde onder meer Twente en leidde daarna de vredesbesprekingen met de Staten-Generaal. Tijdens het Twaalfjarig Bestand streed hij in Duitsland in de zogeheten Dertigjarige Oorlog. De inname van Breda was het hoogtepunt van zijn carrière. Maar in 1627 verloor hij Groenlo en Oldenzaal. Spinola ging in 1628 terug naar Spanje, vastbesloten pas terug te keren naar de Nederlanden als hij van voldoende middelen verzekerd was. Dat is nooit gelukt. In 1629 werd hij naar Italië gestuurd. Bij de belegering van Casale in 1630 stierf hij, ziek en berooid. |
Peter Paul Rubens schildert Ambrosio Spinola vlak voor zijn dood. Spinola draagt het teken van de orde van de gulden vlies: het schaapje aan zijn ketting. Bron: Saint Louis Art Museum. |
|