BECKUM - Helmen van Spaanse soldaten en ander wapentuig heeft het waterschap Regge en Dinkel nog niet gevonden bij het herstel van de oude waterloop van de Wolfkaterbeek in Beckum.
Maar de verwachtingen zijn hooggespannen. Want zo'n 160 soldaten zijn hier in de Tachtigjarige Oorlog omgekomen in vermoedelijk de grootste vooroorlogse slag die Twente heeft gekend.
Twente zuchtte al jaren onder de willekeur van de Italiaanse ritmeester Mendo die in Spaanse dienst was. Mendo terroriseerde al jaren de bevolking van Twente. Hij plunderde boerderijen in het gebied tussen Bentheim en Bathmen en perste mensen geld af. Met zijn mannen veranderde hij Enschede in een roversnest. Boeren klaagden steen en been. Het Twickelarchief meldde dat ruiters van Mendo de kosterij van Hengelo in brand staken en de kerk vernielden.
De pas 22-jarige prins Maurits rukte in 1591 met een imposant leger op naar het noorden toen hij van de problemen in Twente hoorde. Hij wilde kennelijk gebruik maken van de impopulariteit van de Spaanse bezetters. Maurits gaf de moedige krijgsman Jochem Hendriks, bijgenaamd Swartenhondt (Zwarte Hond), opdracht een hinderlaag te leggen.
Staatse troepen bouwden aan de Buurserbeek bij Haaksbergen een schans om het handelsverkeer tussen Deventer en Münster te controleren. Vanuit die nieuwe schans wilde hij een hinderlaag leggen voor Mendo. Swartenhondt wilde schijnbaar wraak nemen voor al die jaren die hij als slaaf doorbracht op een galei in de Middellandse Zee.
Met 200 ruiters en 260 scherpschutters vertrok hij naar de bossen bij het erf Kemerink in Beckum niet ver van de landweer bij de markegrens met Usselo. Hier kon hij zijn scherpschutters goed verstoppen voor een hinderlaag. Samen met een groep soldaten vertrok Swartenhondt daarna naar de boerderij van Egbert van de Boesscha die voor het oorlogsgeweld uit Holland was gevlucht naar Usselo. Van de Boesscha wilde na lang aandringen wel meewerken om een overval op zijn boerderij in scène te zetten.
Swartenhondt liet één jongen ontsnappen om de Spaanse commandant van het garnizoen in Enschede uit de tent te lokken. Het plan lukte. Mendo verliet de vestingsstad Enschede en ging met tweehonderd ruiters op pad. In de sneeuw ontdekte hij snel het spoor van de 'rovers'. Na een kilometer of acht kwam Mendo aan bij de bossen bij het erf Kemerink in Beckum. Daar gaf Swartenhondt zijn scherpschutters opdracht te schieten. De eerste ruiters smakten tegen de grond. Voordat de soldaten beseften wat er gaande was volgde een tweede salvo en toen nog één. Opnieuw vielen soldaten van hun paard.
Toen verschenen de ruiters van Swartenhondt. In blinde paniek vluchtten de overgebleven soldaten van Mendo de andere kant op, rechtstreeks de moerassen bij Beckum in, waar de Wolfkaterbeek ontspringt. Een groot aantal, zo'n 160 Spaanse soldaten, kwam om door musketvuur en verdronk in het moeras bij de Ganzenbosweg. De staatse soldaten namen zo'n 40 mannen gevangen.
In 1597, toen Maurits Enschede veroverde, kende de stad nog maar een bezetting van 108 soldaten.
Weeskind wordt admiraal Jochem Hendriks beter bekend als Zwarte Hond (Swartenhondt) heeft een roerig leven achter de rug wanneer hij sterft. Hij is waarschijnlijk geboren in het jaar van de beeldenstorm, 1566, aan de Zeedijk in Amsterdam. Zijn geboortehuis heette Swartenhondt en die sinistere naam was natuurlijk prima geschikt voor een guerrillaleider. Op elfjarige leeftijd is hij al wees. Als kajuitsjongen op de grote vaart ontdekte hij wat oorlog dat zijn hele leven zou beheersen, betekent. Spaanse soldaten namen hem gevangen en sturen hem als galeislaaf de Middellandsezee op. Swartenhondt ziet echter kans te vluchten. Hij was getuige van de bouw van de Spaanse armada en meldde zich bij de admiraliteit van Zeeland met waardevolle informatie over de plannen. De admiraliteit nam hem daarop in dienst en onder leiding van Justinus van Nassau weten de Zeeuwen met een blokkade te voorkomen dat het Spaanse leger van Parma de Noordzee kunnen oversteken voor een invasie in Engeland. Hetzelfde jaar, 1588, nam Swartenhondt dienst in het leger van prins Maurits van Oranje die dan pas 20 jaar is. Voor Maurits vecht hij zeker vier jaar. In 1595 dook hij op als stuurman bij de admiraliteit van Amsterdam. Hij veroverde kaperschepen en schopte het zelfs tot kapitein tijdens de blokkade van Duinkerken, een Spaans piratennest. Ook zeilde hij naar de Canarische Eilanden om de vijand een lesje te leren, veroverde zes schepen van de Spaanse suikervloot en werd viceadmiraal tijdens een expeditie naar Brazilië. In 1606 kocht hij in Amsterdam een herberg waar veel regenten en edelen kwamen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Op 6 november 1620, na ruim vijftien jaar aan wal te zijn geweest, werd Swartenhondt uitgezonden in een vloot onder admiraal Willem de Zoete die tegen de Barbarijse Kapers vocht. Zijn konvooi van 64 koopvaarders werd tijdens de Slag bij Gibraltar overvallen door Spaanse schepen. Met slechts vier oorlogsbodems wist hij de Spaanse aanval met twintig schepen af te slaan. Swartenhondt boorde in 1621 als admiraal een complete Spaanse vloot de grond in. Bij thuiskomst onthaalde prins Maurits hem als een echte held. Maar Swartenhondt (55) was oud en grijs geworden en nam vrijwel meteen afscheid van de krijgsdienst op zee. Een aanbod van zowel Denemarken als Zweden om daar als admiraal aan de slag te gaan wees hij af. In 1627 stierf hij en werd, zonder enige publieke belangstelling, voor acht gulden begraven in de Oude Kerk te Amsterdam. |
Weesjongen schopt het tot admiraal van Zeeland Swartenhondt veroverde in 1595 kaperschepen bij Duinkerken, een Spaans piratennest. Bij de Canarische Eilanden nam hij zes schepen van de Spaanse suikervloot in beslag. Als vice-admiraal nam hij deel aan een expeditie naar Brazilië. In 1606 keerde hij de zee de rug toe. Hij kocht in 1606 in Amsterdam een herberg waar veel regenten en edelen kwamen. Swartenhondt trouwde met Elisabeth Bas. Een sigarenmerk wordt later naar haar genoemd. Op 6 november 1620, na ruim vijftien jaar aan wal, werd Swartenhondt uitgezonden in een vloot onder admiraal Willem de Zoete die tegen de Barbarijse kapers. Zijn konvooi van 64 koopvaarders werd tijdens de Slag bij Gibraltar overvallen door Spaanse schepen. Met slechts vier oorlogsbodems wist hij echter de Spaanse aanval met twintig schepen af te slaan. Swartenhondt boorde in 1621 als admiraal zelfs een complete Spaanse vloot de grond in. Bij thuiskomst onthaalde prins Maurits hem als een echte held. Maar Swartenhondt (55) was oud en grijs geworden en nam vrijwel meteen afscheid van de krijgsdienst op zee. Een aanbod van zowel Denemarken als Zweden om daar als admiraal aan de slag te gaan wees hij af. In 1627 stierf hij en werd, zonder enige publieke belangstelling, voor acht gulden begraven in de Oude Kerk te Amsterdam. Zie ook: |
Bronnen: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Geschiedenis van Enschede, KJ Uildriks Stichting Historische Sociëteit Enschede-Lonneker, H. Pol in een schets uit Twente, archief Twickel, M. van der Duim, Swartenhondt, een vergeten zeeheld.