Home

Drost van Salland stopt opmars van Spinola

Gerard van Warmelo voorkomt overtocht Zwarte Water bij Zwolle

Gerard van Warmelo vecht met zijn vendel uit Deventer mee bij de slag om Goor in 1581. Het initiatief voor de aanval op Goor zou liggen bij de drost van Salland, Eggerich (Eggerik) Ripperda, die verwant is met de Ripperda die op het Huis te Hengelo woont. Andere hoge edelen, de drost van Haaksbergen en Diepenheim, Johan van Voorst van Grimbergen, Robbert en Johan van Ittersum en burgemeester Matthijs van Wenckum van Deventer zijn zijn medestanders.

Legeraanvoerder Christoffel van IJsselstein, een bastaardzoon van Willem van Egmond en mede-ondertekenaar van het Verbond van Edelen, heeft behalve zijn eigen manschappen nog twee vendels Deventenaren onder aanvoering van Gerard van Warmelo en Conrad Dirksz onder zijn hoede.

In Goor bivakkeren zo'n 900 soldaten en 120 ruiters onder Simon van Limburg. (Wellicht is deze Simon familie van rentmeester Adolf van Limborg van Lingen. Adolf verkoopt het goed Grumsmühlen in het graafschap Lingen aan Ernst Mulert in 1572. Ernst Mulert is drost van Lingen en Spaans gezind. Hij commandeert twee compagnieen Duitse soldatenbezit het goed 't Laer aan de Vegt in Ommen. (bon: Gevers en Mensema Havezaten in Salland) Staatse soldaten nemen Ernst Mulert in 1588 bij Lochem gevangen en doden hem).

Kasteel Warmelo bij Diepenheim

Boven: Prins Bernhard koopt havezate Warmelo bij Diepenheim voor zijn moeder Armgard en wordt daardoor borgman van het Stedeke. De prinsessen Beatric en Margriet zijn vaak gezien in Diepenheim, met nog geen drieduizend inwoners het kleinste stadje van Overijssel. De foto is gemaakt in 1910.

Woltersum

Boven: Gerard van Warmelo trouwt met Judith Rengers en wordt hoofdeling van de heerlijkheid Woltersum dat tussen Groningen en Appingedam ligt.

Nadat één van de twee schansen in Goor is veroverd en Van IJsselstein op het punt staat de tweede in te nemen verschijnt Maarten Schenk. Schenk is een oude bekende van Van IJsselstein. Schenk heeft onder hem gediend.

Rennenberg krijgt steun van de prefect van een Gelderse militie, Wolter Hegeman, van de voormalige watergeus Diederik van Sonoy, Jo van Uterwijck, Jo. van Eschede, Ever. Warmelo, Cornelius Gallus, Jo. Schagen, luitenant van Matheness, Gronstius, Olthof, Weda en van de Geldersen Ever. van Wageningen, Vitus Rashorn en Ger. de Jonge. (bron: Van Meteren 1599 Delft, geschiedschrijving van de Tachtigjarige Oorlog).

Ook Willem van Wijngaarden, Arnold van Duivenvoorde en Johan Kunigam vechten mee bij de belegering van de stad. Zij weten een uitval op de mannen van Sonoy tot staan te brengen. Hulptroepen voor de Duitse soldaten bereiken Deventer niet en mede door de strategische adviezen van Johan van den Kornput geven de bezetters zich over.

Het Staatse leger zet zo'n 600 man bij Bocholt de grens over. Het beleg duurt van ongeveer drie maanden, van juli tot en met medio september 1578. Gerard van Warmelo is in 1583 samen met de burgemeester van Deventer, Johan Dorre, bij de Staten-Generaal in Utrecht waar zij de afwijzing van Anjou als souvereine vorst in de Lage Landen en de vorming van een unie ofwel de oprichting van de staat der Nederlanden bespreken. Warmelo is in 1588 hoofdeling van de heerlijkheid Woltersum is nadat hij trouwt met Judith Rengers.

Een dochter van dit echtpaar, Barbara, trouwt met Johan van Weleveld tot de Klencke en Westerveld. De heren van Warmelo en Weleveld zijn gegoed in Drenthe en Overijssel en vervullen bestuursfuncties. Zij wonen niet in Woltersum.

Kasteel WEarmelo bij Diepenheim

Kapitein en ritmeester Van Warmelo

Willem van Oranje kiest Gerard van Warmelo uit een voorgesteld drietal tot voorzitter van de ridderschap en steden ofwel drost van Salland. Hij is op 27 juli 1584 beëdigd, zeventien dagen nadat Willem van Oranje is doodgeschoten. Van Warmelo voert het bevel over een leger in Overijssel. Hij is kapitein van een vendel voetknechten van 150 man en ritmeester over een vaan van honderd Duitse ruiters. (Commissieboek van de Raad van State van 1591 - 1599). Na zijn dood in 1610 volgt Frederik Bentinck tot Werkeren hem op.

Niemand wordt in eigen land verheven
behalve de drost van Salland

Een Friese gedeputeerde in de Staten-Generaal beschuldigt in 1591 Gerard of Gerhard van Warmelo, drost van Salland, van het afpersen van boeren. Van Warmelo reageert meteen fel. Hij scheldt zijn opponent de huid vol en trekt zijn dolk om hem te intimideren en misschien zelfs te doden. Met het aggressieve optreden redt hij zijn eer. In het feodale Gelderland, Overijssel en Drenthe van die tijd is het optreden van Van Warmelo belangrijk. Hij slaagt er als edelman in een belediging te vergelden. Als hij niets zou doen loopt hij gevaar dat zijn eer in schande omslaat.

Ruïne De Haer bij Olst ten zuiden van ZwolleEdelen vechten burenruzies met geweld uit als de één binnen het jachtgebied van een ander actief is. In 1609 raak Van Warmelo in conflict met de jonkers van Olst. De jonkers zeggen dat Van Warmelo niet mag jagen in hun kerspel. Van Warmelo meent echter dat hij als drost wel degelijk mag jagen in de omgeving van Olst, net als hij het recht heeft in alle andere kerspelen in zijn ambt te mogen jagen. De drost zegt toe niet tot aan de poorten van de adellijke huizen te zullen jagen. Maar als iemand hem of zijn dienaren (wildschutten) hindert dan houdt hij zich het recht voor tegen hen op te treden. bron brief van Warmelo aan Herman van Coerverden van 25 augustus 1609

Wanneer een adellijke familie uitsterft breken mensen het familiewapen dat meegaat in het graf. Het ritueel ontstond waarschijnlijk na de dood van Gerard van Warmelo. Van hem is een vita, een korte biografie bekend. Van Warmelo verwerft het ambt van drost van Salland na de dood van Eggerik Ripperda, die kinderloos sterft in 1584. Van Warmelo krijgt hoge militaire commissies, veel eerbewijzen en geniet veel krediet. Wellicht is dat te danken aan het feit dat hij Spinola op weg om stadhouder van Friesland te worden, met zijn leger tegenhoudt bij Zwolle.

Over Van Warmelo bestaat een dictum, een soort gezegde, dat niemand in eigen land wordt verheven, behalve dan de drost van Salland.
Hij sterft op oudejaarsavond 1610. De klokken in de kerspelen in heel Salland luiden. Geruchten doen wel de ronde dat hij buitenechtelijke kinderen heeft verwekt.
Bron, Republiek van Adel - Eer in de Oost-Nederlandse adelscultuur van Conrad Grietman Deel7 van de reeks adelsgeschiedenis (1555 - 1702)

Brussel
De Spaanse verdediging in Twente vertoont scheurtjes nadat aartshertog Ernst van Oostenrijk in 1594 Verdugo terugroept naar Brussel. Verdugo verliest Groningen dat jaar aan het staatse leger onder prins Maurits. Frederik graaf Van den Berg volgt Verdugo op in Oldenzaal. Gerard Warmelo, de staatse drost van Salland, vraagt Goor en Delden zich aan te sluiten bij de prins.

 

Kasteel Westerveld bij Zwolle
Fundering van kasteel Westerveld bij Zwolle

Frederik van Twickelo wil Herman Ripperda die zich met soldaten van Joachim Hendriks, 'de Zwarte Hond', bij Delden ophoudt verjagen. Na een gevecht bij het Kemerinksveld bij Beckum vlucht Van Twickelo en laat Delden onbeschermd achter. Gerard Warmelo en Lubbert Ulgher komen daarna in Delden geld ophalen voor het leger van de prins. Ze vragen contributie, zoals dat zo mooi heet.

Maurits belegert de Achterhoekse stad Bredevoort rond 27 september 1597 op het moment dat Goor, dat onbeheerd is, al een staats garnizoen krijgt. Commandeur van de trekpaarden, Jan Aerntszoon de Roy, treft op 8 oktober 1597 geen tegenstand aan wanneer hij met zijn staatse ruiters Delden binnenrijdt.

 

De Roy moet samen met Herman Ripperda en Gerard Warmelo de wegen naar Oldenzaal, Ootmarsum en Enschede verkennen. Bij Haaksbergen vermoorden zij tien Spaanse soldaten en nemen er 36 van het garnizoen in Enschede gevangen. Drost Gerard van Warmelo van Salland, ritmeester Herman Ripperda en Lubbert Ulgher treffen in 1597 een totaal verarmd Delden aan. Zij eisen de stad op voor prins Maurits (blz 139 en 225). Warmelo begint direct met het afgraven van de wallen. De verdedigingswerken moeten verdwijnen. Overste Duivenvoorde en/of Gerard van Warmelo neemt Ootmarsum op 21 oktober 1597.

Herman Ripperda, eigenaar van het huis in Boekelo, is in 1597 benoemd tot commandant van de schutterij van Delden. Zijn opa Unico of Unecho Ripperda is al in 1520 commandant van de Deldense schutterij.

De staatse overheid confiskeert de goederen van de Deldense kerk en van pastor Laarhuijs. Oud-Deldenaren vluchten voor de nieuwe machthebbers. Families als Scradere, Dreijerinck en Bruggink pakken hun boeltje op en vertrekken. Nieuwe grondeigenaren zijn ritmeester Herman Ripperda, holtrichter van Woolde, en Gerard van Warmelo, drost van Salland. Mogelijk eisen zij de goederen op van de gevluchte families.

(bron: Kroniek van Delden van Gerhard Vrielink en Tonny van het Bolscher, Overzicht van de geschiedenis van Delden in de wenteling der eeuwen deel 1)

Kasteel Westerveld bij Zwolle

Boven: Westerveld bij Zwolle speelt een belangrijke rol bij de verdediging van de hanzestad aan de IJssel.

Prins Maurits stuurt vanuit Vlaanderen een brief naar Gerard van Warmelo op 5 juni 1605 waarin staat dat Spinola vanuit Vlaanderen de Rijn oversteekt mogelijk om op te trekken richting Friesland.

Warmelo snelt te hulp naar Bredevoort wanneer Willem Verdugo vanuit Oldenzaal de vesting Bredevoort bij Groenlo deels verovert. Verdugo stuurt een Fransman met een gevangen genomen Spaanse luitenant naar de poort die daarop wordt geopend op 14 maart 1606. De soldaten veroveren het stadje. Maar een groot deel van de Staatse bezetting vlucht naar het kasteel binnen de veste. Verdugo legert zijn 500 ruiters en 1400 voetvolk rond het kasteel. Warmelo, drost van Salland, drost Van Dorth van Haaksbergen en ritmeester Batenburg uit Groenlo omsingelen Verdugo die ruim een week later op 22 maart de aftocht blaast nadat 500 schutters zich bij het Staatse beleg hebben gevoegd. Hulp voor Verdugo uit Ruhrort maakt rechtsomkeerd bij het zien van de grote hoeveelheid Staatse soldaten.

Bredevoort voor begin van de Tachtigjarige Oorlog
Gerard van Warmelo houdt het leger van Spinola tegen bij Zwolle

 

Gerard van Warmelo houdt op op 2 augustus 1606 het leger van Spinola tegen bij de Berkumerbrug over het Zwarte Water, niet ver van de monding van de Vecht. Een ander deel van Spinola's leger verovert Lochem en trekt op tegen Bronkhorst en Doesburg. Spanjaarden probeerden de Zwartewatersdijk aan de overkant te bereiken. De nederlaag voor Spinola haalde een streep door zijn plannen om door te breken naar de Zuiderzee en Friesland.

Kort voor de slag met Spinola bouwde Gerard van Warmelo het kasteel Westerveld, één van de grootste havezates van Salland. De families Haersolte en Rechteren erven het kasteel dat in 1816 voor afbraak wordt verkocht.

Johan ten Bussche, burger van Zwolle, en zijn vrouw Berte Bloemendael bezitten het goed Westerveld.

Ø Dochter huwt Jan van Warmelo en brengt de havezate als huwelijksgift mee.

Ø Hij verschijnt in 1519, 1532 en 1533 als riddermatige op de landdag.

Ø Zoon Jan krijgt in 1530 vrijdom in de schatting voor zijn goed waarop hij woont.

Ø Sedert 1530 noemt hij zich toe Westerveld.

Ø Hij overlijdt rond 1534.

Ø Hij huwt met vrouw Splinter en krijgen een zoon, Joachim.

Ø Joachim heeft in 1556 kwestie met Alfer Bloemendael over opvolging leengoederen van Evert Bloemendael.

Ø Joachim huwt in 1546 met Anna Rengers. Zij krijgen een zoon en drie dochters.

Ø De zoon Geert of Gerard van Warmelo huwt de aanverwante Judith Rengers. Zij is een dochter van de schatrijke Groninger familie Zweder Rengers en Reneke Fraeylema.

Ø Geert ruilt in 1597 met het Heilige Geest Gasthuis in Groningen enig land bij Westerveldse Zijl. Daarmee is de weg vrij voor de bouw van het huis Westerveld.

Ø De timmerman Berend Geerts uit Zwolle bouwt van 1603 tot en met 1606 de grootste havezate van Salland.

Ø Geert van Warmelo is in 1584 drost van Salland, opvolger van Eggerik Ripperda. Hij overlijdt op 31 december 1610. Zijn weduwe in 1618. Er zijn twee bastaard dochters.

Ø Barbara, gehuwd met Johan van Welvelde. Assuera of Zwedertje gehuwd met Aldenbockum von Asscheberg.

Rutger van Haersolte
 

Ø Door twist tussen de erfgenamen wordt in 1633 Westerveld verkocht aan Rutger van Haersolte die er al vanaf 1621 woonde.

Ø Hij is een zoon van Volkier van Haersolte en Femme Ulger.

Ø Hij wordt in 1638 dijkgraaf van Salland.

Ø In 1656 koopt hij Wolfshagen voor zijn jongste dochter die huwt met verwante Derk van Haersolte.

Ø Rutger van Haersolte overlijdt in 1666 op Westerveld.

Ø Hij huwt drie keer: eerste keer 1627 met Elisabeth van Laar tot Hoenlo, de tweede keer 1642 met Bendelief Bentinck en derde keer 1662 met Lebuina van Isselmuden.

Ø Oudste dochter uit eerste huwelijk Margaretha huwt in 1647 Joachim Adolf van Rechteren, heer van Rechteren en Almelo.

Ø Zij krijgt de havezate Westerveld, het huis met recht van verschrijving en de helft van de daaronder ressorterende goederen.

Ø In 1675 is de scheiding van de goederen nog niet definitief. Het huis is nog het gezamenlijke eigendom van de erfgenamen van de dijkgraaf van Salland.

Ø Margarethe van Haersolte overlijdt in 1682. Westerveld komt in handen van haar zoon Reyner van Rechteren.