Nieuw boek over het leven van graaf Von Hohenlohe
1580
Oost Nederland door verraad nog jarenlang in Spaanse handen
|
De slag op de Hardenbergerheide op 17 juni 1580 is verloren mede door verraad. De Spaanse spion Mattisto zou de staatse bevelhebber hebben aangespoord de vijandelijke troepen te verrassen door onmiddellijk aan te vallen bij Vennebrugge, tussen Kloosterhaar en Hardenberg. In het begin leken de opstandelingen de slag, waarbij honderden doden vielen, te winnen. Maar de tegenstanders van Willem van Oranje hadden nog reserves en maakten na een urenlange strijd korte metten met de opstandelingen.
Het platteland van Twente, Salland, Drenthe en Groningen bleef na de slag nog jaren in handen van Spaanse troepen. Het platteland raakte in die tijd grotendeels ontvolkt nadat stadjes als Almelo, Delden, Goor, Haaksbergen en Diepenheim grotendeels waren verwoest.
Links: De omslag van het onlangs verschenen boek van de Heemkundige Vereniging Terneuzen. |
P. Stuij van de heemkundige vereniging Terneuzen schrijft in zijn nieuwe boek het leven van Philipp von Hohenlohe over de strijd van het opstandige leger tegen de Spaanse koning. Hij haalt daarbij een tekst aan van de 16e eeuwse geschiedkundige Everhard van Reyd, die Willem van Oranje persoonlijk heeft gekend.
Na de slag vertrok de spion Mattisto naar Madrid waar hij koning Filips II vertelde over de kwaliteiten van Von Hohenlohe als legerleider. De koning probeerde daarom Von Hohenlohe met veel geld tot overlopen te bewegen. Dat mislukte. Von Hohenlohe bleef de opstand trouw.
|
Boven: Venebrugge was een belangrijke smalle doorgang tussen uitgestrekte en ondoordringbare moerassen. In deze verbindingsweg tussen Zwolle en Lingen bouwden de Nederlanders een schans die tot in de 19e eeuw dienst heeft gedaan. Bron: Historische Atlas Overijssel.
|
`
Boven: Op het graf van Philipp von Hohenlohe in het Zuid-Duitse Ohringen is een afbeelding aangebracht van de slag bij Hardenberg. Hoewel Von Hohenlohe het gevecht verloor vond men het treffen dusdanig van belang dat het een plaatsje kreeg op het enorme praalgraf. |
Hij was immers verliefd op de oudste dochter van Willem van Oranje. De kans dat hij met haar zou kunnen trouwen leek overigens niet bijster groot. Willem van Oranje gebruikte zijn familieleden vooral om politieke tegenstanders uit te schakelen. Zijn oudste dochter zou met de hertog Van Aerschot, die de koning door dik en dun steunde, moeten trouwen.
Filips II deed Von Hohenlohe daarom een voorstel: als hij zich buiten de oorlog houdt, zou hij met Maria van Nassau, gravin Van Buren, kunnen trouwen en al haar bezittingen krijgen. Winnen van de oorlog tegen het armlastige Holland en Zeeland zou nog slechts een kwestie van tijd zijn. |
Von Hohenlohe bleef vechten voor Oranje, hoewel hij na het fiasco bij Hardenberg scheepsladingen kritiek over zich heen kreeg. Hij had de grootte van het naderende leger onderschat en had er eerst voor moeten zorgen dat de vijand te kort aan proviand zou krijgen, voordat hij zou aanvallen.
Het vijandelijke leger was onderweg naar Groningen. Stadhouder Rennenberg zat daar al enige tijd opgesloten nadat hij een jaar eerder was overgelopen naar de Spaanse vijand. Een leger malcontenten, veelal katholieke edelen uit het zuiden van de Lage Landen die tegen Willem van Oranje vechten, schoot Rennenberg te hulp. Omdat Van Hohenlohe het leger niet kon tegenhouden moest het staatse leger het beleg van Groningen opgeven.
Von Hohenlohe veroverde daarna wel het deel van Vlaanderen, dat nu bekend staat als Zeeuws-Vlaanderen en deel uitmaakt van de provincie Zeeland.
Rechts en onder:
Cenotaf van Philipp von Hohenlohe en Maria van Nassau, gravin van Buren in de Stiftskerk Sint Peter en Paul in Őhringen. |
|
|