Rentmeester Johan de Baecke krijgt Rotgerink in leen

1611

Verwoest in Tachtigjarige Oorlog

Johan van Bevervoorde krijgt in 1400 het leen Rotgerink dat twee eeuwen later de naam Backenhagen krijgt. Johan van Bevervoorde trouwt met Geertruid van Langen. Haar vader doet afstand van het goed. Van Bevervoorde bezit ook Weemselo in Albergen in het richterambt Ootmarsum.

Mogelijk was het goed een huwelijksgeschenk. In 1477 krijgt Rudolf van Bevervoorde het in handen. Rudolf is in 1447 kastelein van de burcht Lage bij Nordhorn en twee jaar later ambtman van Twente en kastelein van Blankenborg in Haaksbergen. Blankenborg, Usselo en Lonneker waren bezit van de heren van Ahaus. Ook Diepenheim was eens hun bezit (bron Snuif).

Rechts: Engelbert van Bevervoorde speelt een belangrijke rol in Munster.

Boven: Het familiewapen van Van Bevervoorde of Beverfeurde.

Boven: Familiewapen Van Langen.

Rechts: De havezate Backenhage krijgt na de Tachtigjarige Oorlog mogelijk een ander uiterlijk. Het kasteel is in de eerste helft van de zeventiende eeuw verwoest.

Boven: Het huidige gebouw Blankenborg in Haaksbergen, eens een kasteel of burcht.

Links: De toren van het huis Backenhagen bij Delden.

Rudolf van Bevervoorde is raadgever van David van Bourgondië, de bisschop van Utrecht, en lid van het hoogste rechtscollege in 1460. Tien jaar later is hij schout, rentmeester en kastelein van Vollenhove. Van 1447 tot 1490 is hij rentmeester van Twente. Na de dood van Rudolf in 1491 krijgt Johan van Bevervoorde het goed Rotgerink in leen en een jaar later zijn zus Anna van Bevervoorde onder hulderschap van haar man Zeger van Rechteren van Voorst. Zeger van Rechteren is drost van Salland. Na zijn dood hertrouwt Anna van Bevervoorde met Hendrik van Eschede van het hof in Tubbergen.

Van Middachten

Rotgerink komt aan haar jongste dochter Elsebe van Voorst die al weduwe is van Willem van Middel. Elsebe schenkt al haar bezit na haar dood aan de kleinzoon van haar zus: Johan van Middachten. Van Middachten hertrouwt in 1553 met Johanna van Duyne, de weduwe van Seino Mulert. Johan van Middachten overlijdt in 1566 en zijn vrouw in 1573. Arend van Middachten krijgt Rotgerink in 1598 na een slepend rechtelijk conflict. Arend maakt deel uit van het stadsbestuur van Deventer.

Rechts: Huis Backenhagen in Deldenerbroek in 1980. De ruïne van het kasteel staat in de tuin bij een grote linde.

In 1611 krijgt de landrentmeester Johan de Baecke Rotgerink in leen. De Baecke is rentmeester van 1602 tot 1635. In 1581 trouwt hij met Anna Hagen. Haar vader is een vooraanstaand lid van de ridderschap van Vollenhove. Haar moeder is Ina van Welvelde. Hij laat in 1631 een nieuw adellijk huis bouwen. Hun enige kind, de dochter Ida de Baecke, trouwt in 1609 in Deventer met Johan Mulert.

Links: Het koetshuis rechts van het achter de bomen verscholen Backenhagen is het oudste bouwwerk op het landgoed.

Mulert lid admiraliteit van Amsterdam

Johan Mulert is luitenant. Hij is weduwe van Anna Bitters. Haar vader was landrentmeester van Twente, de voorganger van Johan de Baecke. De moeder van Johan Mulert was Sofia van Ittersum. Johan Mulert junior, de oudste zoon, vertegenwoordigt Overijssel bij de admiraliteit van Amsterdam in 1637. Twee jaar later trouwt hij met Elisabeth van Haersolte en na haar overlijden met Lucia van Keppel. Hij is afwisselend afgevaardigde naar de Raad van State en generaliteitsrekenkamer van 1651 tot 1665. Hij eindigt zijn carriere als kwartiermeestergeneraal van de cavalerie in 1667. Hij sterft in 1673 in de Backenhagen.

Zijn tweede zoon Johan Lulof Mulert gaat in Backenhagen wonen. Zijn oudere broer komt in 1667 om in de slag om Maastricht. Johan Lulof Mulert is afgevaardigde naar de Raad van
State tot zijn dood in 1705.

Links: De hottingerkaart geeft Backenhagen als landgoed weer in 1783

Boven: Baeckenhagen volgens de kadastrale kaart van rond 1830.

Alexandria met zilverwerk er vandoor

De oudste zoon krijgt Backenhage. Derk trouwt in Düsseldorf met Alexandria von Calchun genannt Lohausen. Maar hun huwelijk stelt niets voor. Na de dood van hun enig kind zegt Alexandria te gaan eten bij Isabella de Landas, de vrouw van Johan van Munchhausen in de Oldemeule. Zij zou de bedden met asperges en de kassen hebben vernield en zilverwerk willen meenemen. Derk Mulert laat de poort sluiten zodat de koets met zijn vrouw niet kan vertrekken. Hij laat haar daarna toch gaan. Ze vertrekt met onbekende bestemming via Oldemeule en het hof in Boekelo. Derk Mulert hertrouwt met Johanna Adriana van Coeverden en na haar dood met Johanna van Munchhausen, de weduwe van Johan Blanckvoort tot Dubbelink. Derk Mulert is luitenant-kolonel (overste). Hij draagt zijn bezit vlak voor zijn dood over aan de zoon van zijn overleden broer die een reeks bezittingen krijgt waaronder het huis Hengelo, Mallum, Odink en Keppels bij Markelo.