Boven: Het staatse leger omsingelt Coevorden langzamerhand. Met kanonnen schiet prins Maurits de stad stormrijp. |
In augustus 1592 gebeurt dat waar de Spanjaarden al heel lang op hebben gerekend. Een groot leger verschijnt bij Coevorden, de poort tot Groningen. Coevorden is een van de weinige doorwaadbare plekken tussen de moerassen naar het noorden.
Frederik van den Bergh, de broers Eduardus en Hermannes Ensii, Vasquius Hispanus en Chalonius, een buitenechtelijke kleinzoon van de voormalige prins van Oranje, René Chalons, zien angstig de staatse vijand naderen.
De Spaanse stadhouder Francisco Verdugo stuurt hen nog snel honderd Spaanse ruiters die zonder paarden door de moerassen naar de stad zijn geslopen. Het garnizoen van Coevorden bestaat uit ongeveer 1900 soldaten. Maar het staatse leger is veel groter.
|
Willem Lodewijk van Nassau (Us Heit), een neef van Maurits, maakt een begin met de belegering wanneer prins Maurits al optrekt naar Ootmarsum om de situatie in Twente te verkennen. Maurits keert op 12 augustus terug in het kamp bij Coevorden. Willem Lodewijk heeft al loopgraven tot aan de vesting laten aanleggen.
De gangen beginnen achter het Huys ten Clooster (nu 't Klooster), ten zuidwesten van de stad. Willem Lodewijk beveelt nog een schans te bouwen aan de noordzijde van Coevorden, die ruimte biedt aan 200 soldaten. Zij moeten de weg naar Groningen blokkeren.
De staatsen laten het gebied ten oosten van Coevorden open. Uitvallen van de vijanden worden daar niet verwacht. Het gebied is er moerassig. Het hoofdkwartier van Maurits is in het huys Ter Scheere van jonkheer van Steenwijck. Het huis ligt aan de zuidwestzijde van Coevorden. Een uitval gebeurt al op 12 augustus tegen de middag. De meeste soldaten gaan voedsel halen in het grote kamp. Vanuit Coevorden schieten de belegerden richting staatse soldaten terwijl anderen een aanval op de schans beginnen.
Rechts en onder : Willem Lodewijk van Nassau in 1604. Hij is stadhouder van de drie noordelijke provincies, Friesland, Groningen en Drenthe. Michiel Jansz van Miereveld schildert het werk rechts.
|
|
|
Compagniecommandant Wilhelmus Henrici Bundingius sneuvelt evenals de vaandrig, een Van Brunswijk (Braunsweich). Tijdens de nachtwake raken meer dan 32 onderofficieren en manschappen van dezelfde compagnie gewond, onder wie de plaatsvervangend commandant Johannes Kortenorius. Tiardus Johannes Wederspannius telt tien of twaalf doden en verscheidene gewonden. Zelf gewond drijft hij de vijand toch nog terug.
In september hebben de staatse soldaten loopgraven tot aan de gracht van Coevorden aangelegd. Willem Lodewijk weet dat de bodem van de gracht vast en zandig is. Soldaten kunnen door de gracht waden. Hij beveelt stenenwerpers en piekeniers met houwelen over te steken. Na het slechten van de borstwering aan de binnenkant moeten zij zich nestelen op de wal, die vrij laag is en niet door bolwerken wordt verdedigd.
De commandant merkt tijdens de aanval dat slechts een klein garnizoen de stad bezet houdt. De vijand krijgt het kleine aantal staatse soldaten in hun vizier en doet een uitval met 300 soldaten. Ze verdrijven de staatse soldaten.
|
De volgende dag bezetten de staatse soldaten de voorstad van Coevorden, nadat het leger in marsorde is opgesteld. Daar werpen zij een aarden heuvel op om de wal van Coevorden van boven met zwaar geschut te bestoken. De grachten worden via een overdekt pad bereikt om het water er uit te scheppen en weg te leiden. Al snel zijn de grachten nagenoeg leeg.
Verdugo bereidt ondertussen een ontzet voor met 3000 man voetvolk onder bevel van Emanuel de la Vega. Zij trekken inmiddels de Rijn over. Prins Maurits hoort het nieuws en laat extra schansen bouwen op de vlakte tussen de grote schans en Coevorden. Hij verwacht daar de zwaarste aanval van de vijanden.
Op 19 augustus (volgens andere bronnen op 24 augustus) antwoordt een arrogante Frederik van den Bergh, gesommeerd tot overgave, dat Maurits dit over twee of drie maanden maar eens opnieuw moet vragen. Later geeft Van den Bergh de trompetter de boodschap mee dat Maurits eerst de wal met de grond gelijk moet maken. 'Pas dan zal ik overwegen of het van belang is een trommelslager te sturen voor een onderhoud.' Hij rekent op de komst op het ontzettingsleger. Maar de stad wordt dagenlang onophoudelijk gebombardeerd.
Emanuel de la Vega stopt met zijn soldaten op slechts een kwartier loopafstand van Maurits. 's Nacht maken zij de belegerden met vuren duidelijk dat hulp op handen is. Jonkheer van Steenwijck wordt dan ontmaskerd als spion. Hij speelt Verdugo veel informatie toe. Maurits neemt Steenwijck en zijn dienaar gevangen en stuurt hen naar Deventer.
|
Boven: Maurits van Nassau, prins van Oranje en stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel door Michiel van Miereveld. |
Boven: Coevorden is de enige plaats in de provincie Drenthe met een kasteel. |
Verdugo valt het kamp op 27 augustus aan. Maurits en Willem Lodewijk schieten hun soldaten te hulp waar nodig. Veel soldaten sterven en onder wie Vicarius Arenberg. Het Spaanse leger boekt weinig terreinwinst. Hun aanvoerders Parma, Mansfelt, Mondragon en Verdugo lopen elkaar voor de voeten.
Wanneer de rust terugkeert en de vijand zich terugtrekt in het legerkamp in het graafschap Bentheim, dringt Maurits met zijn mannen door in het bolwerk. De voorkant stort in. De wal is ondermijnd ofwel opgeblazen door kruit in een gang onder de wal aan te steken.
|
Maar Van den Bergh verschuilt zich achter een nieuw opgeworpen verdedigingswerk. Verdugo wil Maurits uit zijn kamp lokken voor een confrontatie tussen beide legers. Maar Maurits, bekend met de geharde Spaanse veteranen, neemt geen enkel risico.
Van den Bergh stuurt uiteindelijk een trommelslager naar Maurits met de boodschap dat hij een bode naar Verdugo mag sturen om te onderhandelen over overgave van Coevorden. De condities: vertrek met vliegend vaandel, brandend lont, met paarden, bagage en zwaar geschut, met koren en de overige benodigdheden voor de strijd. Maurits gaat akkoord met de uitzondering dat èn het koren en het geschut achtergelaten moeten worden.
|
|
Boven: Jan Janszoon Orlers & Henrick van Haestens maken in 1617 deze gravure van het beleg van Coevorden of Covordia. |
De Coevordense commandant Eduardus stelt meer dan eens voor het koren toch buiten de stad te brengen. Maar Maurits antwoordt: u maakt op mij de indruk meer bezorgd te zijn over het redden van het koren dan van de burcht van de koning.
Frederik van den Bergh trekt met de stadscommandat Ensius en diens broer en Vasquius en Chalonius en twee compagnieën met vliegend vaandel weg. Het garnizoen telt nog een kleine 500 soldaten. Op 12 september 1592 is de stad in Staatse handen.
In de vesting treft Maurits negen zware stukken geschut, veel kogels en 400 schepels koren aan. |
Drie Friese compagnieën vormen het nieuwe garnizoen. Hun commandant heet Caspar van Ewsum, de latere drost van Drenthe. Verdugo probeert Coevorden daarna te isoleren, maar Willem Lodewijk is hem te slim af.
Het winterbeleg van Verdugo in de jaren 1593 en 1594 is vergeefs doordat Willem Lodewijk voor voldoende voedsel voor zijn Friese soldaten in Coevorden heeft gezorgd. Van Ewsum houdt goed stand tijdens het Spaanse beleg. Maurits verdrijft het leger van Verdugo in mei 1594. De rust keert terug in de Drenthse vestingsstad.
|
Boven: Joan Blaeu maakt in 1649, een jaar na de vrede van Munster, een kopergravure van het beleg van Coevorden. Het grote verdedigingswerk links onder is De Grote Scheere, het hoofdkwartier van Maurits. Op het Leeuwerikenveld ten zuidwesten van Coevorden zijn veel vondsten gedaan: graven van soldaten en kogels. |
Boven
De vesting Coevorden in 1592.
Zie ook:
Archeologisch onderzoeksrapport opgravingen Leeuwerikenveld
Graven kindsoldaten uit Tachtigjarige Oorlog ontdekt (Archeonet)
Museum Coevorden: Berichten van het slagveld |
1579 1 juli Johan van de Cornput en Diedrik Sonoy krijgen opdracht voor herbouw van het kasteel Coevorden
1579 8 juli Een grote brand legt een derde gedeelte van Coevorden in as
1579 28 september Barthold Entens trekt met negen vaandels door Coevorden naar Drenthe
1579 12 oktober Rennenberg ontslaat de Drenthenaren om Coevorden te herbouwen
1580 Rennenberg loopt over naar de Spanjaarden
1580 Sonoy afgevaardigd voor opbouw Coevorden
1580 13 augustus stadhouder Willem Lodewijk van Nassau van Friesland rijdt op zijn paard vlak achter Hohenlohe bij Coevorden wanneer een zesponder hem net onder zijn linkerknie raakt. Hij zal de rest van zijn leven mank lopen.
1580 5 september Rennenberg belegert het kasteel Coevorden
1581 13 augustus Graaf van Hohenlohe in Coevorden
1581 9 tot 20 september elfdaagse belegering door de Spanjaarden onder Rennenberg
1581 Renneberg sterft en opgevolgd door Francisco Verdugo
Verdugo laat schansen, bastions, en een honderd voet brede gracht aanleggen. De moderne vesting Coevorden ontstaat.
1588 Nieuwe klokken in de kerk gehangen
1592 Spanjaarden steken Coevorden in brand
1592 2 september Staatsen bevrijden Coevorden onder prins Maurits en Willem Lodewijk, Graaf van Nassau
1593 Verdugo omsingelt Coevorden
1593 Willem Lodewijk raakt zwaar gewond
1594 6 mei Verdugo moet de omsluiting opgeven, ook omdat prins Maurits met zijn troepen vanuit Groningen op weg is naar Coevorden De stad wordt opnieuw ontzet
1596 Eerste predikant van de Nederlands hervormde kerk, Johannes van Beveren, geïnstalleerd. Hij is er actief tot 5 september 1603
1597 - 1607 Graaf Willem Lodewijk herbouwt Coevorden als vestingstad. Menno van Coehoorn werkt een plan uit.
|
|