Kerk als drijfveer voor vrijwilligerswerk GOOR Op de achtergrond speelt de kerk een rol in haar leven en iets te doen voor haar medemensen. Maar voor haar zelf is de voldoening die ze daaruit put haar grote drijfveer actief te zijn als vrijwilliger. Hannie van Rijnsbergen geboren en getogen in Goor noemt haar moeder als haar voorbeeld. "Daardoor was ik op vijftienjarige leeftijd al leidster op de zondagschool", vertelt ze. "Door mijn geloof wilde ik ook graag iets doen voor de medemens." Door het werk van haar man verhuisde Van Rijnsbergen naar Enschede en daarna naar Helmond om 25 jaar later weer terug te keren naar Goor. "Via mijn nichtje die meer aandacht moest geven aan de verzorging van haar ouders, kwam ik bij de Wereldwinkel terecht. Dat is al weer 17 jaar geleden." Maar ook zette Van Rijnsbergen zich in voor de kerk. Ze was scriba (secretaris) tijdens de fusie van de gereformeerde en hervormde gemeente. "De Hofkerk kreeg een groot onderhoudsbeurt en werd heel anders ingericht om voor beide gemeenten te worden gebruikt. Dat was voor veel mensen een moeilijke tijd. We hebben daar veel energie in gestoken. Maar we brachten mensen samen en dat geeft voldoening." Sinds zo'n drie jaar is Van Rijnsbergen ook rentmeester van de Hofkerk. Met een groep van zes andere leden beheert zij de financien, de inkomsten en uitgaven voor het onderhoud van het kerkgebouw en het personeel. Maar ook is zij actief bij de Vrijwillige Hulpdienst in Goor, als secretaris. "Met zo'n vijftig vrijwilligers brengen wij mensen die slecht ter been zijn naar de huisarts en maken we bijvoorbeeld een wandeling door de stad. Ook jonge mensen, zoals een moeder die de kinderen niet van school kan halen, kunnen een beroep op ons doen. De hulpdienst verleent geen structurele hulp, alleen maar tijdelijke hulp." Al acht jaar is Van Rijnsbergen actief in verzorgingshuis De Stoevelaar, waar ze bijvoorbeeld rolstoelgebruikers naar de kerkdienst in het huis brengt. "Mijn moeder, die onlangs 104 jaar werd, woont nu vier jaar in De Stoevelaar." Sindsdien schenkt ze er elke dinsdagavond koffie en maakt een praatje met de bewoners. "Het personeel loopt zich daar het vuur uit de sloffen. Ik heb daar veel respect voor." Met haar werk voor de Werelwinkel wil ze eind dit jaar stoppen. "Ik zal dit werk echt missen", voorspelt ze nu al. "We hebben een heel gezellige groep van zo'n dertig mensen die de Wereldwinkel beheren. Je hoeft echt niet hard te werken. Mensen komen hier ook voor de gezelligheid en sommigen vertrouwen je veel over zichzelf toe." |