Honderdjarige leest drie kranten per dag MARKELO Ze woont alleen, leest drie dagbladen en is gisteren honderd jaar geworden. Over Aaltje Lansink-Veltkamp kun je een boek schrijven. Ze kookt elke dag nog voor zichzelf, maakt het lekkerste appelgebak en ze herinnert zich vrijwel alles nog alsof het gisteren is gebeurd. Aaltje is geboren in de buurtschap Groot Dochteren in Laren en werd op jonge leeftijd dienstmeisje bij een bakker in een molenaarsbedrijf is Leesten bij Warnsveld totdat een heer van Huize 't Ross in Laren haar vader min of meer opdracht gaf haar dochter bij hem aan het werk te zetten in de keuken. Daar leerde ze de meest exclusieve gerechten bereiden. "Gewoon uit het kookboek", zegt ze in haar woning aan de Luttkeveldweg in de buurtschap Achterhoek bij Markelo. "Ze kookt geweldig", vertelt haar gepensioneerde zoon Ben die een paar kilometer verderop woont en haar dagelijks opzoekt. "Maar ze ruikt allang niets. Hoe dat komt weet niemand." Aaltje leerde haar man kennen enkele jaren voor de oorlog, trouwde met hem in 1938 en ging wonen aan het spoor tussen Delden en Goor op wachtpost 27, de toenmalige halte Wiene waar de trein nog stopte. Haar man woonde een wachtpost verderop en werkte bij Servo in Delden (nu Elementis). De oorlog maakte een onuitwisbare indruk op Aaltje Lansink-Veltkamp. "De Duitsers gingen in barakken wonen bij ons huis dat vlakbij de spoorbrug over het Twentekanaal Almelo stond. Ik heb de hele oorlog voor zeven soldaten moeten koken." Haar man maakte als soldaat het bombardement van Rotterdam mee. Het gezin kreeg dat honderd gulden in de week voor, waarvan zij royaal konden leven. Maar leuk was die tijd bepaald niet. Aaltje moest haar piepjonge kinderen regelmatig in veiligheid brengen op een schuilplaats van de buurt. Tijdens een aanval op de brug moest ze eerst de spoorlijn oversteken. "Daar ben ik soms nog steeds zo nerveus van", verontschuldigt ze zich. Een Duitse soldaat had zijn hart op de juiste plaats zitten. "Wanneer er een razzia kwam of iemand zou worden opgepakt, dan waarschuwde hij mijn man." Haar man moest de blindgangers op een platte wagen naar Goor brengen waar een Duits garnizoen lag. Het laatste half jaar van de oorlog, toen de spoorbrug om de haverklap werd gebombardeerd en de Duitse soldaten vanuit de ramen van hun woning op de geallieerde vliegtuigen schoten, was het verblijf bij de spoorbrug zo gevaarlijk geworden dat het gezin eerst bij de buren introkken en later naar een boerderij in Enterbroek verhuisden. Hun woning was door de Duitsers grondig vernield en de bruikbare spullen waren gestolen. Aaltje Lansink verhuisde naar Markelo toen haar man overleed. De vrouw van haar zoon Ben vroeg bij de VVV in Markelo of iemand daar misschien weet of ergens in de buurt een woning te huur was. "Binnen een uur was een woning voor haar geregeld." Aaltje ging er onmiddellijk aan het werk. "De tuin was een beetje verwaarloosd", zegt ze. Dan komt de post. Zeventien enveloppen met felicitaties. Aaltje ontvangt daarna burgemeester Jeroen Goudt. Nee, ze slikt bijna geen tabletten. "Ik heb alleen een gehoorapparaat. Anders moeten jullie zo schreeuwen." 13 september 2011 |